Bij het zoeken naar geschikte stieren in Nederland is het beeld van Amerikaanse stieren de afgelopen jaren sterk vertroebeld. Dit komt doordat er bij de omrekening geen gebruik meer wordt gemaakt van de beschikbare genomische informatie. De Amerikaanse databank is vele malen groter dan de Nederlandse en hierdoor ook betrouwbaarder. Hierdoor ontstaan volledig vertekende fokwaarden, die een misleidend en verwarrend beeld geven van de Amerikaanse stieren. Het resultaat is dat deze stieren na de omrekening nauwelijks nog herkenbaar zijn en niet meer in aanmerking komen voor een plaats op de NVI-ranglijst.
Het omrekenen van TPI-fokwaarden naar NVI is inmiddels vrijwel onmogelijk, waardoor een eerlijke vergelijking tussen Amerikaanse en Europese stieren niet langer haalbaar is. Europese stieren blijven wel genomische fokwaarden ontvangen, terwijl dit voor Amerikaanse stieren niet meer gebeurt. Dit creëert een ongelijk speelveld. Daarom hebben wij besloten om de onvolledige omgerekende Nederlandse fokwaarden van Amerikaanse stieren niet langer te publiceren, om verwarring te voorkomen.
Voortaan zullen Amerikaanse stieren uitsluitend met hun originele TPI-fokwaarden in het STg-magazine worden opgenomen. Dit maakt een directe vergelijking tussen Amerikaanse stieren weer duidelijk en helpt melkveehouders beter de potentieel interessante stieren voor de Nederlandse markt te herkennen.
Voortaan zullen Amerikaanse stieren uitsluitend met hun originele TPI-fokwaarden in het STg-magazine worden opgenomen. Dit maakt een directe vergelijking tussen Amerikaanse stieren weer duidelijk en helpt melkveehouders beter de potentieel interessante stieren voor de Nederlandse markt te herkennen.
Daarnaast introduceren we in dit magazine het nieuwe “Dutch Proof”-merkteken. Hiermee kan de Nederlandse melkveehouder in één oogopslag zien welke stieren voldoen aan de specifieke eisen van het Nederlandse fokwaardesysteem en optimaal geschikt zijn voor de Nederlandse omstandigheden.
Een stier kwalificeert zich voor het “Dutch Proof”-predicaat wanneer hij voldoet aan de belangrijkste eisen van de gemiddelde Nederlandse melkveehouder. Dit zijn de criteria:
Deze combinatie van eigenschappen zorgt voor een gezonde, duurzame veestapel waarmee een goed inkomen en een lange levensduur hand in hand gaan.
De Nederlandse melkveehouder is opgegroeid met het gebruik van Nederlandse fokwaarden, waardoor Amerikaanse fokwaarden vaak minder toegankelijk zijn. Hoewel de kenmerken van beide systemen grotendeels overeenkomen, zit het verschil vooral in de manier waarop de cijfers worden weergegeven: waar 0 in de VS als uitgangspunt geldt, staat dat gelijk aan 100 in Nederland.
Om Amerikaanse fokwaarden begrijpelijker te maken, is er een beknopte uitleg te vinden op www.stgenetics.nl/#uitleg-tpi. Daarnaast zijn de Nederlandse omschrijvingen van de exterieur- en productiekenmerken zichtbaar bij de stieren die op www.stgenetics.nl worden weergegeven. Zo wordt het voor melkveehouders eenvoudiger om de Amerikaanse gegevens te interpreteren en te vergelijken.